Contacteer ons

Werken in onroerende staat met BTW verlegd

BTW medecontractant verlegd
Werken in onroerende staat met BTW verlegd

Facturatie werken in onroerende staat met BTW verlegd (vroeger BTW medecontractant): extra vermelding op factuur vanaf 1 januari 2023!

 

BTW verlegd?

In principe is het de leverancier van de goederen of de dienstverrichter die btw moet aanrekenen op zijn factuur en moet doorstorten aan de schatkist.

Maar bij werken in onroerende staat moet de aannemer onder bepaalde voorwaarden geen btw aanrekenen op zijn factuur. Het is de klant die in dit geval de btw moet voldoen via zijn periodieke btw- aangifte.

In bepaalde situaties kan de klant de btw op de factuur tegelijk ook in aftrek nemen in dezelfde periodieke btw- aangifte (nuloperatie).

 

Welke voorwaarden?

  • Het moet gaan over werken in onroerende staat
  • De klant moet gevestigd zijn in België, over een actief Belgisch btw- nummer beschikken en periodieke btw- aangiften indienen in België
  • Een niet in België gevestigde klant komt ook in aanmerking als die in België een aansprakelijk vertegenwoordiger heeft laten erkennen
  • De mededeling “Btw verlegd” alsook het btw- nummer van de klant moeten correct vermeld staan op de factuur

 

Wat zijn werken in onroerende staat?

Onder werken in onroerende staat moet worden verstaan, het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen, en het geheel of ten dele afbreken van een uit zijn aard onroerend goed, evenals de handeling die er in bestaat een roerend goed te leveren en zodanig aan te brengen aan een onroerend goed, dat het onroerend uit zijn aard wordt.

Daarnaast wordt o.a. ook als werk in onroerende staat gezien:

  • Iedere handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw:
    • van de bestanddelen van een installatie voor centrale verwarming of airconditioning,
    • van de bestanddelen van een sanitaire installatie van een gebouw,
    • van de bestanddelen van een elektrische installatie van een gebouw, met uitzondering van toestellen voor de verlichting en van lampen, tenzij die worden ingewerkt in een plafond,
    • van de bestanddelen van alarmtoestellen tegen brand of diefstal,
    • van opbergkasten, gootstenen, gootsteenkasten en meubels met ingebouwde gootsteen, wastafels en meubels met ingebouwde wasbak, zuigkappen, ventilators en luchtverversers waarmee een keuken of badkamer is uitgerust,
    • van luiken, rolluiken en rolgordijnen die aan de buitenkant van het gebouw worden geplaatst.
  • Iedere handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering van wandbekleding of vloerbedekking als de plaatsing ervan in een gebouw, ongeacht of die bekleding of bedekking aan het gebouw wordt vastgehecht of eenvoudig ter plaatse op maat wordt gesneden volgens de afmetingen van de te bedekken oppervlakte;
  • Ieder werk dat bestaat in het aanhechten, het plaatsen, het herstellen, het onderhouden en het reinigen van goederen bedoeld in 1 of 2 hierboven.

In ruime zin zijn evenwel ook tuinaanleg, bosbouw, het leggen en reinigen van rioleringen, wegenaanleg, schouwvegen enz. als “werken in onroerende staat” aan te merken.

 

Welke handelingen zijn uitgesloten?

Volgende werkzaamheden komen dus niet in aanmerking om te worden gefactureerd onder “Btw verlegd” :

  • De levering als de plaatsing van toestellen voor de verlichting en van lampen (vb. opbouwverlichting), tenzij die worden ingewerkt in een plafond (vb. inbouwspots).
  • De levering met plaatsing van alle andere kasten, meubels en keukentoestellen dan opbergkasten, gootstenen, gootsteenkasten, meubels met ingebouwde gootsteen, wastafels, meubels met ingebouwde wasbak, zuigkappen, ventilators en luchtverversers waarmee een keuken of bakkamer is uitgerust. Vb. koelkast, diepvriezer, kookplaat, wasmachine, vaatwas en oven.

 

Factuur voor meerdere handelingen

Een factuur kan verschillende handelingen tot voorwerp hebben. Sommige daarvan kunnen vallen onder toepassing “Btw verlegd” en andere niet.

De Btw- administratie heeft daarvoor in een bijzondere regeling voorzien.

Indien het hoofdvoorwerp handelingen zijn die vallen onder toepassing van de verleggingsregeling, dan mag op de volledige factuur “Btw verlegd” worden toegepast.

Indien het hoofdvoorwerp echter handelingen zijn die niet vallen onder toepassing van de verleggingsregeling, dan moet de factuur worden uitgesplitst. Op het hoofdvoorwerp moet dan btw worden aangerekend. Op de bijkomstige handelingen die vallen onder de verleggingsregeling wordt dan geen btw aangerekend. Indien deze uitsplitsing te moeilijk is, dan staat de administratie toe dat op de volledige factuur btw wordt aangerekend.

Voorbeeld 1. Het gros van de factuur slaat op de installatie van een keuken. De post ‘plaatsing van toestellen’ gaat over een beperkt bedrag. U mag alles met “Btw verlegd” factureren en dus geen btw aanrekenen.

Voorbeeld 2. Het gros van de factuur slaat op de levering en plaatsing van elektrische toestellen. U moet 21% btw aanrekenen voor de levering en plaatsing van de elektrische toestellen. Het beperkt bedrag dat u aanrekent voor bv. de herstelling van een werkblad, de installatie van een nieuwe afvoerbak, het plaatsen van bijkomende stopcontacten, enz. mag maar hoeft u niet apart met “Btw verlegd” te factureren.

 

Wat is nieuw vanaf 1 januari 2023?

Vanaf 1 januari 2023 zal de aannemer in geval van toepassing “Btw verlegd” de volgende vermelding moeten opnemen op zijn factuur :

“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

Bron : KB 26.10.2022,BS 10.11.2022, ed. 2, 10.11.2022, art. 13

 

Wat is het gevolg?

Klanten die wel over een Belgisch btw-nummer beschikken, maar die geen periodieke btw-aangiftes indienen zoals kleine ondernemingen die onder de btw- vrijstellingsregeling vallen (art. 56bis W.Btw) zullen verplicht zijn, als er verkeerd gefactureerd wordt, om binnen een maand de aannemer ervan te verwittigen dat hij een factuur moet verkrijgen met aanrekening van btw in plaats van met btw verlegd.

Voor de aannemer is dat goed nieuws. Als de aannemer immers ten onrechte met “btw verlegd” factureert, maar de nieuwe vermelding heeft opgenomen op zijn factuur, dan is hij niet langer aansprakelijk voor de betaling van de btw, als de klant niet binnen de maand heeft gereageerd.

Het is dan de klant die aansprakelijk is voor de betaling van de verschuldigde btw, interesten en boeten.