Om betaalde huur (en huurvoordelen zoals onroerende voorheffing) voor onroerende goederen nog als beroepskost te kunnen aftrekken in de vennootschapsbelasting (vennootschappen) of in de personenbelasting (eenmanszaken) is voortaan vereist dat de huurder een formulier 270 MLH meestuurt met de aangifte in de inkomstenbelasting. Zonder die bijlage is de betaalde huur niet langer aftrekbaar, met mogelijk ook boetes en belastingverhogingen tot gevolg. Deze verplichting gaat al in vanaf inkomstenjaar 2023.
Welke informatie moeten huurders verstrekken?
De informatie die huurders moeten verstrekken is vergaand.
Zo moet de huurder naast het adres van het gehuurde pand, ook uitgebreid de identificatiegegevens van de verhuurder bezorgen. Het betreft niet alleen de naam, voornaam en het adres van de verhuurder, maar ook zijn rijksregisternummer!, of indien het om een verhuurder-rechtspersoon gaat, zijn KBO-nummer. Verder moet ook het totale huurbedrag vermeld worden en het deel ervan dat is afgetrokken als beroepskost.
Het formulier is ook verplicht voor betaalde vergoedingen voor vruchtgebruik, opstel of erfpacht die als beroepskost worden ingebracht.
Het formulier is daarentegen niet verplicht :
- als de verhuurder een vennootschap of andere rechtspersoon is, én de huur wordt gefactureerd, of
- bij huur overeenkomstig de pachtwetgeving en gebruikt voor land- of tuinbouw
Wat betekent dit voor particuliere verhuurders?
Deze nieuwe verplichting die wordt opgelegd aan huurders is ook van cruciaal belang voor particuliere verhuurders. Wanneer een huurder het onroerend goed professioneel gebruikt en de huur als beroepskosten aftrekt, wordt de particuliere verhuurder immers belast op zijn werkelijke huurinkomsten, en niet op basis van het (lagere) kadastraal inkomen.
De aftrek van huur als beroepskost is sowieso uitgesloten voor die gevallen waarin de huurovereenkomst (verplicht) kosteloos is geregistreerd omdat het in dat geval in principe gaat om een onroerend goed dat uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van een gezin.
Als verhuurder van dergelijk onroerend goed kan u de registratieverplichting dan ook best naleven. Want zonder registratie, én wanneer de huurder de huur toch als beroepskost aftrekt, riskeert u dus te worden belast op het volledige huurbedrag.
Door het invoeren van de rapporteringsverplichting zullen mismatches tussen de aangifte van huurders en de verhuurders makkelijker aan licht komen.